Pieter Defesche

Petrus Johannes (Pieter) Defesche (Maastricht, 22 april 1921 – Ulestraten, 13 juli 1998). Defesche volgde zijn opleidingen aan de Middelbare Kunstnijverheidsschool in Maastricht en de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam. Defesche werd sterk beïnvloed door zijn leermeester aan de Rijksakademie Heinrich Campendonk. Hij was een studiegenoot van Karel Appel en Corneille. Defesche vervaardigde schilderijen, gouaches en grafiek. Hij schilderde vooral landschappen, stillevens en bijbelse voorstellingen in expressionistische, bijna abstracte stijl. Hij maakte tevens collages, muurschilderingen, decors en kostuums, onder meer voor het Scapino Ballet. Defesche's lyrisch-abstracte schildertrant van de jaren '50, waarin blauwen en bruinen overheersten, maakte rond 1960 plaats voor kleurrijke contrasten en een grotere helderheid. Begin jaren '70 ontwikkelde hij een manier van schilderen die sindsdien niet wezenlijk veranderde. Er vonden evenwel binnen zijn beeldtaal onophoudelijk accentverschuivingen plaats. Met vooral het landschap als uitgangspunt, schilderde Defesche een werkelijkheid die zich als mythisch laat ervaren, waarbij hij voortdurend laveerde tussen figuratie en abstractie. Defesche behoort met Ger Lataster, Jef Diederen, Lei Molin, Pierre van Soest, Jan Stekelenburg, Frans Nols en Harry op de Laak tot de groep in de schilderkunst, die ook wel bekendstaat als 'de Amsterdamse Limburgers'. In 1949 ontving Defesche de Prix de Rome. In 1964 ontving hij de Europaprijs voor Schilderkunst van de Stad Oostende.